Een pup krijg afweerstoffen tegen ziektes mee via de moedermelk. Tussen de 9 en 15 weken verdwijnt deze weerstand en moet de pup zelf weerstand gaan opbouwen. Pups zijn erg gevoelig voor het oplopen van infecties en veel ziektes hebben een dodelijke afloop voor de jongere dieren.
Dat is de reden dat vaccinaties bestaan.Vaccinaties helpen met het opbouwen van deze weerstand zonder dat je hond er echt ziek van wordt. Om deze weerstand voldoende hoog te houden moeten vaccinaties wel herhaald worden. Sommige jaarlijks, andere 3-jaarlijks.
Tegenwoordig beginnen titerbepalingen ook steeds populairder te worden. Met bloedonderzoek wordt dan getest of de hond nog voldoende anti-stoffen heeft en wellicht geen vaccinatie nodig heeft. Titerbepalingen zijn helaas wel duurder dan vaccinaties volgens schema.
Hieronder een voorbeeld van een vaccinatieschema:
6 weken
- Hondenziekte
- Parvo
8-9 weken
- Parvo
- Ziekt van Weil (Leptospirose)
12-13 weken
- Hondenziekte
- HCC (hepatitus, leverontsteking)
- Parvo
- Ziekte van Weil (Leptospirose)
Vanaf deze leeftijd kan ook geënt worden tegen hondsdolheid (rabiës). Drie weken daarna mag u uw pup meenemen vanuit het buitenland naar Nederland of vanuit Nederland naar het buitenland.
Inentingen volwassen honden
Zoals eerder vernoemd moeten vaccinaties herhaald worden om de weerstand tegen deze soorten te waarborgen
1 jaar
- Hondenziekte
- HCC (hepatitis, leverontsteking)
- Parvo
- Ziekte van Weil (Leptospirose)
Jaarlijks
- Ziekte van Weil (Leptospirose)
3-jaarlijks of titerbepaling
- Hondenziekte
- HCC (hepatitis, leverontsteking)
- Parvo
Voor Hondenziekten (CDV), Parvo (CPV) en Adenovirus (CAV) is het mogelijk om bloedonderzoek (titerbepaling) te doen naar de hoeveelheid beschermende antistoffen in het bloed. Bij een hoge titer is het mogelijk de enting een jaar uit te stellen.
Naast de standaard vaccinaties zijn er ook extra vaccinaties die tegen andere ziektes beschermen. Vaak worden deze entingen gevraagd bij hondenpensions.
Hondsdolheid (Rabiës)
De vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht als u met uw huisdier de grens oversteekt. Deze enting kan gegeven worden vanaf 12 weken of 3 maanden leeftijd (verschilt per vaccin / land). Drie weken later mag uw met uw huisdier reizen.
Kennelhoest (Para-influenza en/of Bordetella bronchiseptica)
Deze enting kan onderhuids gegeven worden of in de neus.
De neusenting werkt snel (na 3-4 dagen) en geeft een betere lokale bescherming, maar geeft soms wel verkoudheidsklachten (die overgedragen kunnen worden op de mens en kat)
Babesia
Babesia komt voor in Zuid- en Oost-Europa. Dit beestje wordt overgebracht via teken en kan een ernstige bloedarmoede veroorzaken. Een vaccinatie geeft maar enkele weken enige bescherming.
Alternatieven tegen de vaccinatie zijn:
- hond thuis laten
- dagelijks alle teken verwijderen
- Imidocarb injectie (zeer pijnlijk)
Leishmania
Deze ziekte komt voor in Zuid-Europa en geeft ernstige chronische problemen. De ziekte wordt overgebracht door zandvliegjes (deze zijn 2-3 mm groot). Vaccinatie is bedoeld voor dieren die nog niet eerder in aanraking zijn gekomen met deze parasiet (seronegatief) en maakt de kans op klinische problemen kleiner.
De eerste injectie kan worden gegeven vanaf 6 maanden leeftijd en dient twee maal te worden herhaald (daarna jaarlijks).
Alternatieven tegen de vaccinatie zijn:
- hond thuis laten
- bij schemering hond binnen houden
- hond behandelen met mug werende middelen
Canine-corona
Corona virus kan diarree, braken en slechte eetlust veroorzaken.
Canine herpesvirus
Als een pup in zijn eerste levensdagen wordt geïnfecteerd met herpes kan hij sloom worden, slecht drinken en overlijden (dit wordt ook wel het Fading Puppysyndroom genoemd). Dit vaccin is bedoeld voor de teef en moet 1 week na dekking gegeven worden en 1-2 weken voor de bevalling worden herhaald.
Borrelia (ziekte van Lyme)
De ziekte van Lyme komt in Nederland voor en wordt overgebracht door teken. Het is niet zeker dat honden ziek kunnen worden van de ziekte van Lyme (besmetting is wel mogelijk en in sommige gebieden zijn bijna alle honden sero-positief). Volgens de bijsluiter van Merilym is de werkzaamheid van het vaccin tegen klinische ziekte niet bestudeerd.
Bijwerkingen van vaccinaties
Op internet wordt veel gewaarschuwd voor de bijwerkingen van vaccineren. Het is inderdaad niet uitgesloten dat uw hond bijwerkingen krijgt na een inenting.
In een onderzoek bij 1,2 miljoen honden bleek dat 0,38% van deze dieren last had van bijwerkingen. De meest voorkomende ongewenste reacties zijn een bult op de plek van de vaccinatie en een allergische reactie. In het ergste geval kan een hond overlijden aan de bijwerkingen (3 honden = 0,00025%).
In dit onderzoek had 99.62% van de honden geen noemenswaardige bijwerking (Moore et al, 2005)
Een kleine hond heeft een iets grotere kans op bijwerkingen dan een grotere hond. Ook als meerdere entingen gecombineerd worden, is de kans op bijwerkingen groter. Toch wordt afgeraden om een kleine honden een halve dosis entstof te geven. We weten namelijk niet of de enting dan nog wel effectief is.
Als een dier niet (goed) gevaccineerd is, kan hij/zij ziek worden als hij/zij in aanraking komt met een ziekmakend virus. Dierenartsen zien regelmatig honden met Hondenziekte en Parvo. Vaak komen deze honden uit het buitenland. Niet zelden verloopt een dergelijke ziekte dodelijk.
Fabrikanten van vaccins verbeteren steeds hun producten. De meeste moderne vaccins zijn (nog) veiliger dan de oudere producten.
Bron: https://mcvoordieren.nl/kennisbank/inentingen-hond/